Reclame voor (dier)geneesmiddelen: let op met (impliciete) verwijzingen naar een geneesmiddel
De eerste uitspraak in 2023 van de Commissie voor de Aanprijzing van Veterinaire Producten (CAVP) is onlangs verschenen. De zaak (2023-1) gaat over verwijzingen naar een receptplichtig diergeneesmiddel in advertentiematerialen die gericht waren op katteneigenaren.
Net als bij humane geneesmiddelen is reclame voor diergeneesmiddelen die uitsluitend op recept verkrijgbaar zijn verboden.
Zoetis brengt een nieuw geneesmiddel op de markt dat is geïndiceerd voor – kort gezegd – artrose bij katten. Het middel van Zoetis, Solensia, kan eenmaal per maand subcutaan door de dierenarts worden toegediend. Dat is anders bij het artrosemiddel van Boehringer: een suspensie die dagelijks oraal door de katteneigenaar moet worden toegediend.
Boehringer klaagde over een aantal uitingen van Zoetis. Haar klacht was dat Zoetis in deze uitingen impliciet verwees naar Solensia, en daardoor verboden reclame maakte voor Solensia. Zoetis voerde verweer, stellende dat haar uitingen geen (impliciete) verwijzingen naar Solensia bevatte. Het was volgens Zoetis enkel een bewustzijnscampagne voor artrose.
De Commissie gaf Boehringer gelijk. Weliswaar werd Solensia niet met zoveel woorden in de uitingen aangeduid, er was wel sprake van impliciete verwijzingen naar Solensia. Dit kwam bijvoorbeeld door de zinsneden: ‘Laat je kat checken bij je dierenarts en vraag naar de pijnverlichting van nu’ en ‘Voorheen kon uw dierenarts u vragen om uw kat thuis tabletjes of vloeistof oraal toe te dienen. Recent is er een nieuwe behandeloptie bijgekomen, die u bovendien niet zelf hoeft toe te dienen’. Zoetis had nog betoogd dat met ‘pijnverlichting’ een heel scala aan pijnverlichtende behandelingen werd bedoeld, zoals gewichtsbeheersing. Die interpretatie acht de Commissie in deze context niet aannemelijk, onder andere omdat Zoetis zelf in een van de uitingen schrijft: ‘Pijnverlichting vormt de basis van de behandeling van artrose, aangevuld met o.a. aanpassing van de omgeving en gewichtsbeheersing.’ Daarom ligt het volgens de Commissie voor de hand dat in de uitingen van Zoetis met ‘pijnverlichting’ wordt gedoeld op medicatie ter verlichting van pijn.
Een goed uitgevoerde bewustzijnscampagne (ook wel symptoomreclame genoemd) kan zeker de volksgezondheid dienen. Soms weet je immers niet dat bepaalde symptomen een uiting kunnen zijn van een bepaalde aandoening en dat een arts daar wellicht een geneesmiddel tegen kan voorschrijven. Let echter op de grens tussen informatie en reclame: van een impliciete verwijzing naar een geneesmiddel is snel sprake, en dan ben je over de grens in het verboden gebied beland.
Ik annoteerde deze zaak voor «JGR». Deze verschijnt binnenkort.